[TNO-logo]
Museum logo

De periode 1978 - 1983: "De simulaties groeien"

De Control Data CYBER 74

Begin 1978 werd het duidelijk dat de CDC 6400 dermate overbelast was, dat uitbreiding van de CPU-capaciteit, van de schijven en het geheugen moest plaatsvinden. Omruil van de CDC 6400 in een CDC CYBER 74 werd gepland. De grootste applicaties waren de tank-simulaties en de "Wargame"-applicatie die alsmaar groeide.

De CYBER 74 hardware

De CDC CYBER 74 was een moderne versie van de Control Data 6600 . Het systeem had een klokcyclus van 100 nanoseconden (10 Mhz), een ringkerngeheugen van 131 Kwoorden van 60 bits (geen parity) en 10 (later 14) peripheral processors (1 msec major cycle). Het systeem werkte via de water- en luchtkoeling 63 KWatt/uur weg en had wekelijks 3 uur preventief onderhoud nodig.

Installatie van de CYBER 74
Installatie van de CYBER 74: herinrichting van de elektriciteitsvoorzieningen

Installatie van de CYBER 74
Installatie van de CYBER 74; drie van de vier �bays� zijn bedraad.
De "kerstboom", een paal tussen de bays waaraan alle bedrading
tussen de bays opgehangen werd, ontbreekt nog.

Voor de gebruikers waren een aantal beperkingen ingebouwd. Per interactieve processtap mocht maximaal 10 seconden rekentijd verstookt worden. Batchjobs die langer dan 7.5 minuut CPU-tijd vergden werden alleen �s-nachts en in de weekeinden verwerkt. Daarbij mochten de batchjobs overdag niet meer geheugen vergen dan 140000B en �s-nachts 200000B woorden (369 KB resp. 429 KB). Interactief lag die grens bij 70000B woorden (215 KB).

Installatieproblemen

CYBER 74 tussen de 4 bays in (de 'christmas tree') De installatie van de CYBER 74 in augustus 1978 vergde drie weken. Eerst werd de Control Data 6400 afgevoerd en werd de computerruimte uitgebreid met een kamer. Tijdens de ombouwperiode had het Laboratorium geen rekenfaciliteiten. Omdat iedere van de vier "poten" (bay�s) van het systeem zo�n 2000 kilo woog en na plaatsing ook nog eens extra zwaar zou worden door het koelwater, was vooraf bij de architect van het gebouw nagegaan of de constructie van het gebouw voldoende draagkracht zou hebben. Nu bleek dat geen probleem te zijn. Wel moesten speciale voorzorgen genomen worden om de systeemdelen tegen de schuine helling op te trekken: dikke balken tegen de buitenzijde van de gevel om de takels te bevestigen. Om het dagelijkse transport van de koffiekarren en dergelijke binnen het Laboratorium niet te verstoren was besloten om de delen op zondag via de lift naar boven te transporteren. Vooraf was nagegaan of het gewicht met de lift getransporteerd kon worden. Een ding was tijdens al die voorbereidingen vergeten, namelijk het bestellen van een liftmonteur die voor "zwaar transport" een motorbeveiliging moest overbruggen. Om de delen toch naar boven te hijsen is de kabeltrommel van de lift middels handkracht vele malen rondgedraaid...

Radar-instraling

Naast de installatie van de CYBER 74 was besloten om alle apparatuur op een andere manier in de ruimte op te stellen. Onder andere werd een luchtcirculatie-scheiding aangebracht tussen de "stoffige" print- en kaartleesruimte en de magneetband en schijvenruimte. Het aantal schijfproblemen daalde daardoor spectaculair. Hardwareproblemen werden dagelijks in de gaten gehouden middels een systeemrapportage (Cerfile; HPA). In de eerste maand in de nieuwe ruimte hadden wij te maken met een enorme hoeveelheid leesfouten op de magneetbandeenheden. Analyse toonde aan dat de problemen alleen optraden met magneetbanden van gebruikers. De backup-tapes waren "schoon". Het gekke was dat de problemen niet afkomstig waren van een specifieke magneetbandeenheid en dat vaker gebruikte magneetbanden tijdens een bepaalde verwerking slechts enkele, normale fouten vertoonden en de volgende keer enkele duizenden.

CYBER 74 console en magneetbandeenheden
De radargevoelige magneetbandeenheden en het CYBER 74 console.
Daarachter de luchtkoeling die nog al eens lekte.

Nog dieper spitten toonde aan dat de fouten - als ze optraden - dit met een frequentie van 0.1 Hz deden. De Bedrijfstechnische Stafafdeling ging het elektriciteitsnet na, doch kon niets vinden. Ondertussen was het operator console display-programma dusdanig gewijzigd dat tijdens magneetbandverwerking de gelogde fouten op het scherm verschenen.

Enkele weken lang trad het 10-seconden probleem niet op totdat op een vrijdagmiddag keurig iedere 10 seconden een leesfout optrad. Binnen de kortste keren was het bedrijfsbureau gewaarschuwd en stonden er zeker tien mensen het fenomeen op het console te bekijken. Een tweede magneetbandeenheid werd gestart, nu werden er iedere tien seconden twee meldingen gelogd. Een van de aanwezigen keek naar buiten en ontdekte dat bij STC een radar stond te draaien die een omwentelingssnelheid had van precies tien seconden. Een telefoontje naar STC om de radar uit te zetten resulteerde aldaar in een kwade researchmedewerker: zijn radar stoorde toch geen computers ! Dit totdat hij zelf kon constateren dat de zijlus van zijn radar precies instraalde op de koppen van de gedraaide magneetbandeenheden. Het aanbrengen van een stukje geaard kippengaas voor de ramen lostte de problemen voorgoed op.

Overigens trad bij het LEOK na de verplaatsing van een radar eenzelfde euvel op. Volgens de radardeskundigen reflecteerde een bomenrij de radarstraling naar de computerruimte. Na het verkrijgen van de kapvergunning werd een hele rij bomen gekapt. Helaas. De radarinstraling kwam rechtstreeks door het dak heen! Ook hier hielp een simpele vorm van de kooi van Faraday om de computerstoringen uit de wereld te helpen.


[email protected]
25/02/1998

Museum Homepage